Vanaf 1672 werd Nederland voor een groot deel verdedigd met behulp van water. De (Nieuwe) Hollandse Waterlinie was een militaire verdedigingswerk uit 1815 tussen de Zuiderzee en de Biesbosch. Helaas heeft ze haar waarde als oorlogsinstrument nooit echt kunnen bewijzen, maar wel is ze drie keer (gedeeltelijk) in staat van verdediging gebracht. De eerste keer was in 1870 toen de Frans-Duitse oorlog dreigde uit te draaien op een Europese oorlog. Ook tijdens de Eerste Wereldoorlog namen de soldaten hun posten in, net als in 1939 toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. De vijand kwam echter niet en de 85 km lange verdedigingslinie werd dus nooit gebruikt waarvoor ze bedoeld was. Tegenwoordig is er in het gebied van alles te doen en te vinden omdat elk fort inmiddels een andere functie heeft. Zo doen ze dienst als wijnproeverij, scoutingcentrum, conferentieoord of opleidingscentrum voor politiehonden. Enkele forten zijn nog in bezit van defensie, andere zijn vervallen tot ruïnes.