De Stevenskerk torent machtig uit boven de binnenstad en als je naar binnen gaat voel je je klein en ook nog eens piepjong als je de graven bekijkt: sommigen van meer dan 500 jaar oud. Ze worden ieder jaar, net als de hele vloer, door vrijwilligers in de was gezet. De geschiedenis van de kerk gaat terug tot 1247. Graaf Otto II van Gelre kreeg de burcht Nijmegen en alles wat daarbij hoorde cadeau van Koning Willem II. Hij besloot om een nieuwe kerk te bouwen. Dat gebeurde niet in één keer: als er geld was, werd er weer iets aan- of opgebouwd. Soms werd er ook ‘provisorisch’ gewerkt, met het idee dat later te veranderen of verbeteren. Ook wat geloven betreft werd er een beetje geïmproviseerd. Afhankelijk van de politieke situatie van het moment was de kerk afwisselend in katholieke en protestantse handen. Prins Maurits zorgde er in 1591 voor dat de kerk calvinistisch werd ingericht. Daarbij werd de katholieke inventaris (waaronder ruim dertig altaren) weggehaald. Toch is er binnen nog veel moois te zien. Bijvoorbeeld het enorme König orgel uit 1776 en de twee gebrandschilderde ramen die in 2001 door het UMC St. Radboud aan de kerk werden geschonken. Maar ook de prinsenbank, waar de edele billen van stadhouder Willem V op rustten in 1786-1787 en het herengestoelte uit 1644, speciaal voor het stadsbestuur en de gezanten van de Staten Generaal. Tegenwoordig wordt er op zaterdag een oecemenische dienst gehouden.
Comments